Zondag (Dag 1) – Lezen Genesis 3 : 6 – 10
In Genesis 3 leest u over Adam en Eva en de zondeval. Hier ontstond schaamte in de wereld. Schaamte weerhield Adam en Eva ervan om naar God toe te gaan, terwijl God vroeg: “Waar ben je?” In plaats van tevoorschijn te komen, verstopten zij zichzelf en bedekten ze hun kwetsbaarheden, fouten en imperfecties voor God én voor elkaar. Een definitie die Brené Brown, een wetenschapper, aan schaamte geeft is dit: “Schuld = wat ik deed was slecht. Schaamte = ik bén slecht, omdat wat ik deed slecht was”. Ze schrijft ook: “Schaamte is het intense pijnlijke gevoel dat voortkomt uit de overtuiging dat we niet goed genoeg zijn en daarom geen liefde waard zijn en er niet bij horen”
Adam en Eva hebben iets fout gedaan. Ze hebben schuld. Maar deze schuld werd schaamte, ze koppelden hun gedrag aan hun identiteit. Dit gebeurt vandaag de dag nog steeds. Vertelt de Bijbel ons niet iets heel anders? Jezus droeg het kruis zodat schaamte zijn macht verloor. Door Jezus ligt uw en mijn identiteit niet in wat we doen, maar in wat Hij voor ons gedaan heeft. De afstand die schaamte creëert is dus overwonnen! Maar hoe kan het dan dat schaamte – het gevoel dat we geen liefde waard zijn – soms nog steeds in ons leven aanwezig is?
Als wij onze identiteit halen uit wat we doen, wat we bezitten of wat anderen over ons zeggen, speelt schaamte een rol in ons leven. Onze eigenwaarde is dan afhankelijk van hoe goed wij zelf ons best doen. Als we hard moeten werken om geliefd te worden, is dat voorwaardelijke liefde. Wilt u afrekenen met schaamte? Laat God dan uw identiteit bepalen. Laat zijn onvoorwaardelijke liefde uw hart vullen. U zult dan gaan zien dat het niet uitmaakt hoe u eruit ziet, hoe u zich gedraagt en wat andere mensen van u vinden.
Vraag: Houdt schaamte u tegen in het zoeken naar verbinding met God? Kunt u dat in deze week van voorbereiding in gebed bij Hem brengen?
Maandag (Dag 2) – Lezen Lukas 19: 1 -10
Gisteren lazen we over schaamte. Zacheüs uit de Bijbel kende dat waarschijnlijk ook wel. Hij was klein, hij deed slechte dingen en mensen dachten negatief over hem. Als u het verhaal (in Lukas 19) een beetje kent, weet u dat Jezus Zacheüs roept, terwijl hij in een boom zit. Jezus kijkt Zacheüs aan, roept zijn naam en vraagt hem om naar beneden te komen. Dit lijkt wel een beetje op God die aan Adam vraagt: “Waar ben je?” Midden in de schuld en schaamte van Adam en Zacheüs vraagt God of Hij dichtbij mag komen. Hoe zou Adam zich gevoeld hebben toen God Hem die vraag stelde? Zou Zacheüs bang zijn geweest toen hij uit de boom klom? Misschien dachten Adam en Zacheüs allebei wel dat God (of Jezus) deze vraag stelde, zodat Hij hen kon veroordelen en straffen.
Maar al in Genesis zien we Wie God is. We zien dat Hij verlangt naar verbinding met ons. Na de zondeval kwam Hij namelijk direct met een plan B. Een nieuw plan om de verbinding tussen God en de mens te herstellen. In Genesis 3:15 staat: “En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u (de slang) en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen”. In dit vers, aan het begin van de Bijbel, spreekt God al nieuwe hoop uit voor de mensheid. Dit vers gaat namelijk over Gods grote Reddingsplan. Het zaad van de slang: de duivel, zal overwonnen worden door het zaad van de vrouw: Jezus. Hierdoor kon de verbinding tussen God en de mens weer worden hersteld. Wat een goed nieuws! U mag dus geloven dat God u altijd najaagt, op zoek is naar u en verbinding met u wil! Zelfs wanneer u zich schuldig voelt en schaamt, vraagt Hij: “Waar ben je? Kom je?”
Vraag: Gelooft u dat God verbinding met u wilt, ondanks uw schaamte? En wat antwoordt u als Jezus nodigt om een stapje dichterbij te komen?
Dinsdag (Dag 3) – Lezen Hebreeën 10
Gisteren lazen we dat God altijd al het verlangen heeft gehad om dichtbij ons te zijn. Door de zondeval is de relatie tussen God en de mens verstoord. Sindsdien is God begonnen met het herstellen van deze relatie. Het gevolg van de zondeval was de afstand tussen God en de mens. Deze afstand kwam er, omdat God heilig is. Net zoals licht de duisternis verdrijft als je een lamp aandoet, zo kan er geen zonde zijn in Gods aanwezigheid. Wij, mensen, zijn dus simpelweg te zondig om naar God toe te gaan. Zijn we dan niet goed genoeg? Het slechte nieuws is: ja. Het goede nieuws is dat God hier iets op bedacht, omdat Hij wel verlangde naar verbinding met ons. In het Bijbelboek Leviticus introduceerde God offers. Deze offers wasten de mensen weer schoon van hun zonden. Alle zonden kwamen op het offerlam terecht, waardoor er bevrijding kwam van alle onreinheid. Na zo’n offer was een mens weer heilig en rein en konden ze wél in Gods aanwezigheid zijn! Hoe prachtig
Toch moest het volk deze offers keer op keer opnieuw brengen en kwam er geen einde aan de onreinheid zelf. De offers waren nooit genoeg… Opnieuw kwam God met een plan. Een Offerlam, voor eens en altijd geslacht. Het bloed van dit Lam zou al onze zonden bedekken. Dit Offerlam is Jezus. Hij is de dekmantel voor onze onreinheid. Door in Hem te geloven kunnen we altijd in Gods aanwezigheid zijn! (Zie Hebreeën 10:22). Omdat Jezus onze dekmantel is, zijn wij dus wél goed, rein en heilig genoeg om bij God te komen! Wat u ook doet, wie u ook bent, u bent vrij om naar God te gaan! Niets kunt u daarvan weerhouden: geen zonde, geen schuld en geen schaamte.
Vraag: Gelooft u dat u door Jezus vrij bent om elk moment bij God te komen?
Woensdag (Dag 4) – Lezen Hebreeen 12: 1 – 3
Gisteren hadden we het over Jezus als onze dekmantel. Doordat Jezus voor ons aan het kruis is gegaan, is er geen offer voor de zonde meer nodig (Zie Hebreeën 10:18). Omdat Jezus ons offer is, hoeven wij niets meer te doen voordat we naar God toegaan. Alleen het bloed van Jezus maakt ons rein. In Hebreeën 12:1 staat: “Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo’n menigte omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt.” Elke last die u bij zich draagt, weerhoudt u ervan om te rennen naar God. De last van de zonde zegt eigenlijk dat u zelf nog offers moet brengen.. Deze last zegt dat u niet vrij bent en dat u eerst zelf de lasten moet dragen voordat u bij God mag komen. Soms kun je je dagen lang schamen of schuldig voelen over iets doms wat je gedaan hebt. Je kunt je een mislukkeling voelen die het vast nooit goed zal doen. Deze gevoelens van schuld en schaamte zijn een last die u niet hoeft te dragen. Jezus heeft dit namelijk al gedaan! God wil juist elke keer opnieuw beginnen en genade schenken. Zoals de vader zijn verloren zoon opwacht, zo wacht God op onze terugkeer naar Hem.
Vraag: Welke straf denk u nog te moeten dragen? Leef vandaag dan met de gedachte dat Jezus de straf gedragen heeft en u (steeds opnieuw) vrij wilt maken!
Donderdag (Dag 5) – Lezen: Romeinen 8 : 1 – 8
We hebben eerder al ontdekt dat Jezus ons offer is. Door Hem kunnen wij in Gods aanwezigheid zijn! Vandaag gaan we verder in op hoe God naar ons kijkt in onze gebrokenheid. God is zich bewust van onze gebrokenheid en onze tekortkomingen. Hij was ten slotte zelf aanwezig bij de zondeval. Hij weet heel goed dat we het niet zelf kunnen en dat we perfectie nooit gaan bereiken. In Romeinen 8:7-8 staat: “Immers, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen.”
“Het kan dat ook niet”. Wij zullen nooit kunnen winnen van ons vlees en wij kunnen dus God niet behagen als wij in het vlees zijn. Maar hoe dan wel? Romeinen 8 gaat verder over de Geest die wij van God ontvangen. Alleen samen met de Heilige Geest kunnen wij winnen van ons vlees! God weet ook dat wij zijn Geest nodig hebben om te overwinnen. Hij weet dat wij het niet zelf kunnen. Als God dit weet en wij weten dat we het zelf niet kunnen, waarom vragen we Hem dan niet altijd om hulp? Als we bij God komen, zegt Hij: “Ik ben blij dat je er bent. Ik wist al dat je het niet zelf kon, Ik wil je graag helpen!” Als ik naar God toe ga, zeg ik vaak: “Heere, het spijt me, ik kan het niet zelf. Ik heb U nodig. Wilt U mij helpen?” Ook als ik een paar seconden geleden nog gezondigd heb, dan ben ik alsnog vrij om naar God te komen. God is blij dat ik er ben. Wat een vrijheid!
Het is niet Gods wil dat u in schaamte en schuld blijft zitten en dan van Hem wegrent. Hij wil juist dat u midden in die worstelingen bij Hem komt. Hij wil u heel graag helpen. Hij vraagt alleen: “Wanneer stop je met het zelf te doen?” Durf jij direct na je falen en je fouten bij God te komen? Hij wil u graag helpen. Leef vandaag met die gedachte. God is blij dat jij er bent en Hij staat jou met open armen op te wachten.
Vrijdag (Dag 6) – Lezen: Openbaring 3 : 14 – 22
We hebben het al veel gehad over de vrijheid die we hebben om naar God te gaan. Vandaag hebben we het over de keuzevrijheid die God ons geeft. In Openbaring 3:20 staat: “Zie ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.”
In deze tekst zien we dat Jezus het initiatief neemt om ons te zoeken en dat Hij vraagt om verbinding. Hier lijkt het alsof Jezus ons een eigen keuze geeft om de deur te openen. Om te kijken naar hoe dit precies zit en hoe God ons een eigen keuze geeft, gaan we terug naar Genesis. We lezen in Genesis 2:15-17: “De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden. En de HEERE God gebood de mens: van alle bomen van de
hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven”.
Ik vroeg mij altijd af waarom God deze boom in de hof zette. Tot ik hoorde dat God dit misschien wel deed vanuit Zijn liefde. Liefde is namelijk pas echt liefde als er gekozen kan worden. Welke vader wil dat zijn kind elke dag verplicht “ik houd van je” zegt, als het niet uit zijn of haar hart komt en oprecht is? God neemt met het scheppen van deze boom een ontzettend groot risico. Een risico dat wij misschien wel niet voor Hem zouden kiezen. Een risico om ons kwijt te raken. U hebt dus een keuze of u met God wilt leven, de deur wilt openen en zijn liefde wilt ontvangen. Liefde dwingt niet, liefde nodigt: “zie Ik sta aan de deur en Ik klop”.
Vraag: Welke keuzes maakt u in de keuzevrijheid die God geeft? Hoe ervaart u het kloppen van God op deur van uw hart?
Zaterdag (Dag 7) – Lukas 15 : 11 – 32
In Openbaring 3:20 lazen we dat Jezus aan de deur klopt en dat wij zelf de keuze hebben om wel of niet open te doen. Het kan zijn dat u christen bent en dagelijks met God leeft, maar u toch op bepaalde gebieden de deur voor Jezus niet opendoet. Er kunnen leugens op diezelfde deur staan die u vertellen waarom die deur niet open mag doen. Voorbeelden van deze leugens, die ik ook zelf had, zijn:
“U hebt net gezondigd” “U bent niet goed genoeg” “Gods liefde is niet voor u” “Hij wordt boos als u opendoet” “Uiteindelijk bent u het toch niet waard”
Als wij dit soort leugens geloven, zet het Gods liefde buitenspel. We geloven dan eigenlijk niet meer in de boodschap van Jezus en het kruis. In de boodschap dat God veel groter en sterker is dan een mensenhart. We geloven dan niet in wat we lazen in Hebreeën over vrijheid. Misschien dat u wel wéét dat u altijd bij God mag komen, maar dat u dit nog niet aan durft te nemen. Ondanks al deze leugens op uw deur heeft u nog steeds zelf de keuze om de deur te openen. Toen de verloren zoon tussen de varkens zat, was het voor hem een risico om terug te keren naar zijn vader. Daarnaast was het voor Zacheüs een risico om uit de boom te klimmen. Jezus zou ontzettend boos kunnen worden. Maar als ze het risico niet hadden genomen, hadden zij ook nooit Gods liefde ontvangen. Het was het risico meer dan waard. De verloren zoon en Zacheüs zaten allebei vast in schuld en schaamte. Misschien waren ze bang voor afwijzing, maar toch durfden ze naar God toe te gaan. En ze werden met open armen ontvangen!
Liefde is nooit zonder risico. Daarom wil ik vandaag dit aan u vragen. Durft u te gaan? Ondanks de leugens en angst voor afwijzing? Durft u alles wat er op uw deur staat aan God te geven en Hem te laten bepalen wat de waarheid is? Geloof mij maar, God staat altijd met zijn armen wijd open.
Vraag; Welke leugens staan er op uw deur? Onthoudt dit: God is veel groter en sterker dan uw leugens en waarheden. Morgen nodigt Hij u aan Zijn tafel, gebruikt u de maaltijd met Hem